woensdag 16 mei 2012

BLOEMKOOL SALADE


In zijn roman ‘Alleen maar nette mensen’, die volgens de auteur natuurlijk fictie is en zeker niet autobiografisch, beschrijft Robert Vuijsje, de zoon van mijn man, het familieleven rond de grote vierkante witte eettafel – een zogenaamde Jan des Bouvrie-tafel – van zijn fictieve ouders.
    
Vanzelfsprekend is dit een ironische karikatuur van de werkelijkheid.
Het leek me aardig om de recepten van de huiselijke etentjes, zoals ze  in ‘Alleen maar nette mensen’ worden beschreven, te verzamelen en weer te geven in deze blog

 

1 kleine bloemkool
200 gram haricots verts
5 worteltjes
een stukje komkommer (10 cm)
3 bosuitjes
3 augurkjes
1 geroosterde rode paprika (uit een pot)
een handje bladpeterselie fijngesneden
een takje dille fijngehakt
een handje zwarte provinçaalse olijven voor garnering



Voor de dressing:
Een theelepel mosterd
Een theelepel honing
2 eetlepels dragonazijn
4 eetlepels olijfolie
sap van een halve citroen

Was de bloemkool, snij ze in roosjes en kook de roosjes halfgaar in de magnetron.
Twee porties, ongeveer 5 minuten op vol vermogen per portie.
Ze moeten nog stevig zijn, maar niet hard en zeker niet halfrauw.
Maak de haricots verts schoon en snij de puntjes eraf. Kook ze 5 minuten beetgaar in een bodempje water met zout. Stort ze in een vergiet en zet meteen de koude kraan erop zodat de groene kleur behouden blijft. Snij ze daarna in stukjes van 2 cm.
Zet de plakjesrasp in de keukenmachine en snij de worteltjes in dunne plakjes.
Schil de komkommer in vieren, haal het zaad eruit en snij de stukken in kleine dobbelstenen.
Snipper de bosuitjes in ringetjes, de augurkjes in dunne plakjes en de paprika in kleine stukjes.
Meng alles in een grote kom goed door elkaar.  Maak de salade een uurtje tevoren zodat alles lauw of koud is en niet warm. Meng de dressing er ook een uurtje tevoren door zodat de smaak goed in de groenten kan trekken.

Ik geef deze salade als groente bij gebakken vis, maar het is ook een goed lunchhapje voor een (bijna) zetmeelvrij dieet.

Met stukjes gaar vlees of kip of ham of zalm krijg je ook een leuke salade, maar dan is hij natuurlijk niet meer vegetarisch.

Het Kookboek voor Nette Mensen. Salades.

ASPIC VAN ZALM, HOLLANDSE GARNALEN, KRAB EN GROENTEN




2 ons gestoomde zalm
2 ons Hollandse garnalen
1 blikje krab (uitgelekt 120 gram)
100 gram haricots verts
7 cm komkommer
3 worteltjes
1 kleine venkel
2 geroosterde rode paprika’s
3 augurkjes
10 zwarte olijven zonder pit

een takje dille
een takje bladpeterselie
een halve liter bouillon
100 ml witte wijn (een klein glas)
een borrelglaasje cognac
12 blaadjes gelatine







In principe ga je bij deze aspic net zo te werk als bij de aardbeienpudding.
Week de gelatine in een bak met koud water.
Ik had nog aspergebouillon van gisteren. Daarom heb ik deze gelei bedacht.
Meng alle vloeistof – de bouillon, de wijn en de cognac, door elkaar.

Kook de worteltjes, de venkel en de haricots verts heel kort tot ze beetgaar zijn en laat ze goed uitlekken.
Snij de worteltjes in dunne plakjes, de venkel in kleine dobbelsteentjes en de harocots in stukjes van 1 cm.
Schil het stukje komkommer, haal het zaad eruit en snij het vruchtvlees in kleine blokjes.
Snij de uitgelekte rode paprika’s (uit een pot) in kleine stukjes, maar hou een paar repen apart voor garnering.
Snij de augurkjes in kleine stukjes, de olijven in halve ringetjes.
Meng alles door elkaar in een grote kom.
Hak een paar takjes peterselie en dille fijn en meng door de groenten.
Bewaar een paar takjes voor de garnering.

Haal de gestoomde zalm in plukjes uit elkaar, meng met de helft van de krab en de helft van de Hollandse garnalen. Meng de vis door de stukjes groenten.
Strooi er royaal peper en zout overheen.

Zet in de gootsteen een bak met koud water waarin je twee trays ijsblokjes doet, zodat je ijswater hebt klaarstaan.
Besmeer een tefal cakevorm van 1 liter (een kleintje) met een kwastje met zonnebloemolie.
Leg er een (passend geknipte) reep bakpapier in, die je ook met zonnebloemolie besmeert.
Doe in een beker 2 dl van de bouillon-vloeistof en verwarm 2 minuten op half vermogen in de magnetron. Knijp de blaadjes gelatine goed uit en los ze erin op.
Verwarm nog 1 minuut op half vermogen in de magnetron tot de gelei goed glad is.
Meng nu alles door de rest van de bouillon. Je hebt nu ongeveer drie kwart liter gelei.
Schenk een scheutje van de gelei op de bodem van de cakevorm en zet de cakevorm in het ijswater.
De vorm wil nu drijven. Leg er een plankje op en daarop een gewicht (een blik of zo).
Zodra de gelei op de bodem van de cakevorm stevig gaat worden- na een minuut of twee -  leg je er een mooi patroontje op van dille, peterselieblaadjes en reepjes rode paprika.
Schenk er weer een klein beetje gelei op.
Leg weer het plankje met gewicht erop en wacht weer even.
Nu gaat het snel.
Zodra het tweede laagje stevig wordt, leg je er de helft van de Hollandse garnalen op en een paar mooie stukjes krab.
Weer  even geduld. Intussen meng je de rest van de gelei door het groente-vis mengsel.
Nu kun je de dwarslepel gebruiken die altijd als een raadsel aan het keukenrek hangt.
Schep de gelei voorzichtig in kleine porties tegelijk in de vorm tot hij vol is.
Zet alles in de ijskast en vergeet de gelei de hele dag.
Het vervelende is dat je pas na het keren kunt zien of het resultaat goed is.
Maak daarom in een paar kleine vormpjes een paar proef-geleitjes. Die zijn ook eerder stijf.















Toch was het nog bijna helemaal mislukt.
Mijn man ging koffie zetten en dan ruimt hij altijd de keuken een beetje op.
'Dat pannetje met vies water heb ik meteen voor je weggegooid', zei hij.
'Dat was de aspergebouillon!', riep ik in paniek.
Maar het was gelukkig een grapje.




Het Kookboek voor Nette Mensen. Buffet.

dinsdag 15 mei 2012

AARDBEIEN-FRAMBOZEN PUDDING






250 gram aardbeien (één bakje)
100 gram  frambozen (een bakje)
5 of 6 perssinaasappels –  liefst ook
een paar bloedsinaasappels
7 blaadjes bladgelatine
1 dl drank (1/2 dl crème de cassis
en  ½ dl  aardbeienlikeur)



Maak de pudding een dag van te voren. Het opstijven duurt minimaal 4 uur in de ijskast.
De volgende dag is hij nog stijver.
Neem een grote vorm (b.v. de Tefal brioche vorm van 1 liter) of neem 8 kleine vormpjes.
Smeer de vorm dun in met een kwastje met zonnebloemolie en laat hem omgekeerd uitlekken op een bordje met keukenpapier.
Week de gelatineblaadjes in een flinke bak met koud water - minimaal 10 minuten).
Maak het fruit schoon en snij de aardbeien in kleine stukjes.
Pers de sinaasappels uit. Het wordt nog mooier van kleur (roder) als je 1 of 2 bloedsinaasappels neemt  in plaats van gewone).













Je hebt een halve liter sap nodig plus 1 dl likeur. De drank werkt ook als smaakversterker.
Doe de likeur bij het sap en meet ongeveer 1 dl af in een maatbeker en verwarm 3 minuten op half vermogen in de magnetron (niet koken).  
Knijp de gelatineblaadjes goed uit en los ze op in het warme sap. 
Als de gelatine goed is opgelost en kun je deze gelei door de rest van de vloeistof roeren en alles in een grote kom voorzichtig door het fruit mengen.

Nu schenk je alles in de vorm. Als je kleine vormpjes gebruikt, let dan op dat het fruit gelijkmatig verdeeld wordt. Je kunt ook eerst het fruit in de vorm doen en dan de gelei erover schenken.
In de ijskast zetten en  rustig laten opstijven.
Vlak voor het serveren de pudding uit de vorm op een schaal keren.
Dat gaat makkelijk als je de pudding 10 seconden (tel tot 10 – niet langer) in een bodempje heet water houdt en het bord eerst met een druppel water nat maakt (dan kun je de pudding precies op het midden schuiven).

Let op: gebruik geen tropisch fruit  (kiwi, ananas, mango, papaya). Daar zit een eiwit in dat verhindert dat de gelatine stijf wordt. (ook geen gemberbolletjes door de vruchten doen).
Suiker is niet nodig want het sap is al zoet van zichzelf.




Het Kookboek voor Nette Mensen.  Toetjes.


donderdag 10 mei 2012

GEHAKTBROOD - MEATLOAF


1 kilo rundergehakt
3 bruine boterhammen
3 eieren
1 dl melk
2 sjalotjes en 1 teentje knoflook
1 cm verse gember
3 geroosterde tomaten (uit een pot)
1 geroosterde paprika (uit een pot)
3 augurkjes
een handje peterselie
boter voor de bakvorm


6 plakjes diepvries deeg voor hartige taart

1 eetlepel Herbes de Provence
1 eetlepel zout
1 eetlepel Ras el hanout
2 eetlepels gebroken amandelen
een handje pijnboompitten

Verwarm de oven voor op 150 graden. (ik heb een hete-lucht-oven). Anders iets hoger.
Beboter een kleine rechthoekige tefal braadslee (19 x 25 cm) en bekleed de vorm met bakpapier.
Laat de deegplakjes ontdooien, leg ze - elkaar iets overlappend - op het bakpapier.

Snij de korsten van de boterhammen, snij ze in blokjes en week ze een kwartiertje in de melk.
Maak intussen de sjalotjes en de knoflook schoon. Hak ze grof.
Snij de schil van het stukje gember en snij het in kleine stukjes.
Laat de geroosterde tomaten uitlekken en snij ze in stukjes.
Laat de paprika goed uitlekken en snij hem in stukjes.
Snij de augurken in stukjes.
Doe alles met de peterselie in de keukenmachine en hak een paar tellen met de pulseknop.
Het moet een rulle massa worden.
Kluts de eieren los.
Meng het gehakt met de eieren, maar bewaar een klein beetje van het losgeklopte ei apart.
Meng ook het zout, de herbes en de Ras el hanout door het gehakt en prak goed met een vork.
Roer er de fijngehakte massa uit de keukenmachine erdoor en tenslotte ook de amandelstukjes.
Duw de gehaktmassa goed in de braadslee en maak de bovenkant mooi vlak, eerst met een vork, daarna met een pannenkoekmes.
Snij een ruitpatroon met een mes tot ongeveer 1/3 van de dikte, zodat je later mooie portie-blokjes kunt snijden.
Smeer nu met een kwastje de bovenkant in met de rest van het losgeklopte ei.
Duw een paar pijnboompitjes in iedere ruit.
Laat het gehaktbrood in ongeveer een uur in de oven gaar bakken.
Steek er een breinaald in om te kijken of het vlees gaar is.
Eventueel voorzichtig wat vocht afgieten.
Het brood een half uur laten afkoelen.
Daarna keren op een plank en meteen op een schaal weer keren.
Warm of koud serveren.
Voor 8-10 personen.






Volgens dit zelfde recept kun je natuurlijk ook
gewoon  lekkere gehaktballetjes maken.
Rol van het gehaktmengsel kleine ballen
en rol ze even door wat broodkruimels.
In een koekenpan bakken in een mengsel
van boter en olijfolie. Ook altijd heerlijk.

(foto gehaktballen © Michael van Emde Boas)


Het Kookboek voor Nette Mensen. Vlees.

woensdag 9 mei 2012

ASPERGES


ASPERGES UIT DE OVEN

De aspergetijd duurt altijd maar kort.
Daarom nu meteen een leuke aspergeschotel.














1 kilo (dunne) asperges
2 ons Ardenner ham
50 gram geraspte kaas
3 hardgekookte eieren
een klein stukje foelie
boter voor de ovenschaal

Soms kun je alleen maar dunne asperges krijgen.
Maak dan deze heerlijke schotel.

Schil de asperges (even een werkje), of koop ze geschild.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Beboter een rechthoekige ovenschaal.
Kook de asperges in ruim water met zout en een stukje foelie tot ze zacht maar niet pappig zijn -
ik hou er niet van als asperges 'al dente' gekookt zijn.
Laat ze in een vergiet goed uitlekken.
Bewaar het kookwater voor soep.
Rol drie asperges tegelijk in een plakje Ardenner ham (snij zwoerd en vet een beetje weg).
Leg ze in de ovenschaal netjes in het gelid naast elkaar.
Hak de eieren fijn en leg ze op de toppen van de asperges.
Bestrooi alles royaal met geraspte kaas.
Zet de schaal 15 minuten in de hete oven.
Voor 4 personen.


Ons asperge-buffet voor bij een glaasje Picpoul de Pinet.
Hier onze tafel met asperges voor een avondje met vrienden.
Dikke asperges met hardgekookt ei en peterselie.
We geven er Ardenner ham bij en Spaanse kaas met vijgjes,
een salade en brood en twee sausjes:
botersaus en kruidensaus op basis van Griekse yogurt.


















In de aspergetijd kunnen we natuurlijk ook een quiche met asperges maken.



500 gram asperges
4 eieren
100 ml crème fraiche
125 gram ricotta
7 blaadjes diepvries deeg hartige taart
100 gram gegrilde achterham
3 bosuitjes
boter
200 gram champignons
een eetlepel pesto
75 gram geraspte kaas







Ontdooi de plakjes diepvries deeg.
Beboter een tefal boterkoekvorm van 30 cm.
Verwarm de oven voor op 200 graden (hete lucht op 180 graden).
Snij een stukje van 2 cm van de asperges af en schil ze zorgvuldig met de dunschiller.
Snij een stuk met de kop af van ongeveer 10 cm. Snij de rest in stukjes van 2 cm.
Breng een flinke pan met water aan de kook. Voeg zout toe en een paar stukjes foelie.
Voeg eerst de stukjes asperge toe, daarna na 7 minuten de kopjes. Kook in totaal 15 minuten.
Laat de asperges goed uitlekken in een vergiet - bewaar het kookvocht voor soep.
In een grote beslagkom 4 eieren kloppen met de mixer. Daarna de crème fraiche en de ricotta erdoor kloppen en ten slotte de pesto toevoegen. Strooi er royaal zout en peper door.
Intussen in een flinke koekenpan de in ringetjes gesneden bosuitjes fruiten in een eetlepel boter.
De in plakjes gesneden champignons toevoegen en even meebakken.
De ham in stukjes van 1,5 cm snijden en door de champignons roeren en even meebakken.
tenslotte de uitgelekte stukjes asperge erdoor mengen.
De plakjes deeg in de boterkoekvorm leggen. Eerst drie in het midden, daarna één links en één rechts.
De laatste twee plakjes diagonaal doorsnijden en daarmee de hoeken vullen.
Het deeg een cm over de rand van de vorm laten hangen. Met een vork wat gaatjes prikken.
Het asperge-ham-champignon mengsel in de vorm leggen en gelijkmatig over de bodem verdelen.
Strooi er twee lepels geraspte kaas over en flink peper en zout.
Tenslotte het eier-room-mengsel er overheen schenken.
De aspergekoppen in een mooie ster op de massa leggen.
Tenslotte de rest van de kaas erover strooien.
Zet de vorm voorzichtig (hij is vol) in de warme oven en bak 45 minuten.
Prik met een breinaald om te zien of alles gaar is.
Laat de quiche nog 15 minuten staan in de oven op 100 graden.
Op een taartrooster af laten koelen tot je hem op een schaal kunt schuiven.

Deze quiche is voor 8 personen (flinke punten),
12 personen kunnen er ook van eten als een hartig hapje.



Het Kookboek voor Nette Mensen. Groenten en aardappels/ Buffet.