Iedere maandag komt in Café Bern het 'Bern-beraad' bijeen.
We eten samen en discussieren over de politiek, de laatste roddels en het leven zelf.
Deze zomer ging Bern al in juli voor een paar weken dicht. Het Bern-beraad zoekt dan iedere week een andere locatie.
We begonnen dit jaar traditiegetrouw weer in Brasserie Flo.
Hier twee kenmerkende Flo-schotels: de Assiette de l'écailler en de steak tartare.
Een week later gingen we naar vis-restaurant Lucius, waarover we heel tevreden waren.
De prachtige vissoep,
de gegrilde gamba's,
de mooie schotel van gegrilde vis.
De volgende maandag aten we ten huize van onze nieuwe deelnemer Han de Vries in zijn prachtige villa aan het Vondelpark, ooit voor zichzelf gebouwd door Rijksmuseum-architect Pierre Cuypers.
Ik had het eten verzorgd:
Allereerst vier voorgerecht-schotels:
met de klok mee vanaf links boven:
verse capucijners en tuinbonen in een salade van haricots verts en geroosterde paprika,
salade caprese,
chicken tonnato,
Cavaillon-meloen en watermeloen met zwarte olijven en feta.
Hoofdschotel: gevulde flensjes met gehakt.
Het recept volgt aan het einde van dit hoofdstuk.
Komende maandag hopen we het Bern-beraad voor het diner te ontvangen in ons huisje
Bird's Nest te Egmond.
HARTIGE GEVULDE FLENSJES
Maak een beslag van
200 gram bloem en 200 gram boekweitmeel
3 eieren
9 dl melk
een snufje zout
Zeef het meel in een kom.
Maak in het midden een kuiltje en breek daar de eieren in.
Klop tot een beslag en voeg een scheutje melk toe.
Langzamerhand meer melk erbij doen tot je een glad beslag krijgt.
Het beslag een uurtje laten rusten.
Daarna kleine pannekoekjes bakken in een pan van 18 cm.
Knip van tevoren vierkantjes van bakpapier en leg die steeds tussen de flensjes, dan kun je ze makkelijk losmaken.
Je krijgt van deze hoeveelheid beslag 12-15 flensjes.
N.B. Je kunt ook een pak Koopmans Meergranen pannekoeken nemen.
Maak ook broodkruimels van 3 oude witte boterhammen zonder korst.
Begin daarna met de vulling.
Deze hoeveelheid is genoeg voor ongeveer 8-10 flensjes.
De overige flensjes bewaren of vullen met iets anders, bij voorbeeld spinazie of championragout.
500 gram lamsgehakt
1 ui, 1 teentje knoflook, 1 cm verse gember fijngesneden
half potje geroosterde pomodori uitgelekt en fijngesneden
een eetlepel kruidenpesto *
olijfolie
1 kop broodkruimels
2 eieren
zout, peper, tobasco, pimentpoeder, caïennepeper,
herbes de provence, eventueel een lepel rash-el-hanout
worcestershiresaus
en ook wat fijngehakte verse bladpeterselie
Fruit de ui in een scheutje olijfolie. Als de ui zacht en glazig is de fijngesnipperde knoflook en de gember erdoor roeren en heel even meefruiten.
Nu het gehakt in kleine plukjes erbij en al roerende meebakken tot het gaar is.
Dan flink zout en peper erdoor en de overige ingrediënten. Kijk maar wat je in het keukenkastje hebt. Het moet lekker pittig worden.
Een deel van de olie van de pomodori kan er ook door en een klein beetje water of bouillon (eventueel een scheutje wijn of port).
Het vocht goed door het gehakt roeren en daarna alles binden met broodkruim. Tenslotte twee losgeklopte eieren door de massa roeren.
Laat alles rustig staan tot je de flensjes gaat vullen. Dat kan ook later.
voor de kruidenpesto:
een half bosje bladpeterselie
een half bosje munt – alleen de blaadjes
een half bosje dille – alleen de veertjes
een teentje knoflook
1 cm gember fijngesnipperd
olijfolie zout en peper
Meng alles in de keukenmachine tot een rulle massa.
Er kan ook een groen pepertje door, maar dat is voor kinderen al gauw te heet.
Idem korianderblad - daar houdt bij ons niemand van.
Verwarm de oven voor op 150 graden.
Een ovenschotel met ruim boter insmeren.
Leg een flensje op een bord.
Leg een paar lepels gehaktvulling op het midden, rol op en leg het gevulde flensje in de ovenschotel. Ga zo door tot de gehaktvulling op is. Dit is voor ongeveer 8-10 flensjes.
Strooi royaal geraspte oude kaas over de flensjes.
Dek de ovenschotel af met aluminiumfolie en zet hem een half uurtje in de oven.
Dan het folie eraf halen en nog 10 minuten langer bakken.
Serveer lekker warm.
Ik laat Bert altijd de pannekoeken bakken. Dan gooit hij ze in de lucht.
De kleinkinderen juichen.
