woensdag 1 april 2015

OSSENLAPJES en mijn tafel voor 10

Het is al april en de herfst duurt maar door. Daarom voor de kinderen en kleinkinderen een hartverwarmende  maaltijd.
Jongens houden van vlees (meisjes vreemd genoeg ook) dus ik maak ouderwetse ossenlapjes met daarbij een heerlijke saus, een rijstschotel, boontjes en salade.














Het recept komt aan het einde van dit bericht.
Deze keer waren we met 10, dus ik maakte een dubbele portie. (2 kilo vlees)





De rijstschotel  voor 8  personen is simpel te maken: Geen Haute Cuisine, of, zoals ze bij BBC-Masterchef zo mooi kunnen zeggen: No cooking skills required.
Week een kopje rozijnen in een beetje water (of rum of cognac, zie maar),
3 bosuitjes fijnsnijden en fruiten in zonnebloemolie in een ruime koekenpan.
Dan 200 gram (diepvries) erwtjes erbij en een blikje witte bonen en een blikje zwarte bonen.
Een klein potje geroosterde tomaten met de olie (Hema!) erdoor roeren. Alles goed omscheppen.
Dan 400 gram gekookte rijst in porties erdoor mengen. Een plukje saffraan geeft een mooie kleur.
Zoveel kruiden als je in huis hebt: bladpeterselie, munt, dille, bieslook fijngesneden erdoor roeren en flink peper en zout. De rozijnen op 't laatst er door mengen.
Let op dat alles goed warm is. Vlak voor het opdienen alles in een mooie schaal overdoen en er een handje geroosterde amandelsnippers over strooien.





Hierbij heb ik nog een Griekse salade en een Waldorf salade gemaakt en boontjes met venkel.



Terwijl ik in de keuken sta vermaken Samuel en Lena zich voor de televisie.
Zo heb je er geen kind aan.



OSSENLAPJES
1 kilo ossenlappen (doorregen, het ergste vet eraf snijden)
1 ui in vieren , met 4  kruidnagels bestoken
2 teentjes knoflook geplet
3 dl rode wijn en 3 dl water of bouillon
1 cm gember fijngesnipperd
3 takjes tijm
3 blaadjes salie
3 laurierblaadjes
40 g boter, 3 eetlepels olijfolie

vleeskruiden 
Voor de vleeskruiden meng je zelf in een jampotje een eetlepel zout, 1 eetlepel Spaanse rode paprikapoeder,
een theelepel peper, pimentpoeder, cayennepeper,  korianderpoeder.

voor de saus:
borrelglaasje calvados
2 eetlepels maizena
3 bosuitjes
20 gram boter
250 gram champignons
een eetlepel portgelei


De avond tevoren het vlees insmeren met de vleeskruiden en een paar uur laten intrekken.
Dan een marinade maken:  de in vieren gesneden ui besteken met kruidnagelen, de knoflooktenen pletten en doormidden snijden.  Het vlees in een platte schaal leggen met rondom de stukken ui, de knoflook en de kruiden erbij en de wijn erover schenken.
Na een paar uur het vlees keren. Een nacht laten staan.

De volgende dag de oven voorverwarmen op 150 graden.
Het vlees uit de marinade halen en in een oude keukendoek goed droogdeppen.
De marinade (wijn met stukken ui, knoflook en kruiden etc.) in een kom doen die in de magnetron kan en  4 minuten opwarmen op half vermogen.
In een grote braadpan (bij voorkeur van gietijzer) de boter en de olijfolie verhitten.
De stukken vlees erin even aanbraden, als er meer vlees is dan op de bodem past, doe je het in porties.
De stukjes gember en de tijm, laurier en salieblaadjes erbij leggen.
De warme marinade (met ui en knoflook erin) over het vlees schenken. Doe er nu ook wat water of bouillon bij. Het vlees moet net onder staan.
Een dubbel vel aluminiumfolie over de pan vouwen. Knip er twee kleine ‘schoorsteentjes’ in. Zet de pan op de onderste richel in de oven. Kijk op de klok.
Na een uur de oven op 120 graden zetten.
Af en toe (bij voorbeeld om het uur) het vlees keren en controleren.
Na ongeveer 3 uur is het vlees zacht en gaar.
Het kan ook langzamer op een lagere temperatuur (100 graden), maar dan moet het een paar uur langer. Probeer het maar als je van slow cooking houdt.
Haal de pan uit de oven. Schep het vlees uit de pan en leg het op een schaal, hou het warm. Schenk het vocht (de wijn etc) door een zeef in een kom en hou warm.
In een andere pan in een klontje boter de bosuitjes aanfruiten, de in vieren gesneden champignons erbij en tenslotte de gezeefde jus erbij. Goed omroeren.
Doe 2 eetlepels maizena in een kommetje en roer er een borrelglaasje calvados door.
De opgeloste maizena door de saus roeren. De saus bindt nu tot een mooie fluwelige dikte. Tenslotte een lepel portgelei er door roeren. Schenk een flinke scheut de saus over het vlees.
Serveer de rest van de saus erbij in een kom. Als er kleine kinderen mee-eten doe je alle saus apart.

N.B. Hoewel ik nog nooit van 'plofkoe'  heb gehoord, geef ik toch de voorkeur aan vlees van de biologische slager. Wij hebben hier vlees van Galloway koeien gekozen.

Uw commentaar graag naar mariannevuijsje@gmail.com





Geen opmerkingen:

Een reactie posten